Woorden doen ertoe in jouw proposal

Welke teksten lees jij het liefste? Korte, heldere en duidelijke taal? Of ga je voor lange zinnen in een formele stijl vol vakjargon? Wedden dat je voor het eerste kiest? Maar als we een voorstel schrijven, gaan we in een keer gewichtig doen. Want dat staat geleerd, denken we dan. De waarheid is dat niemand het graag leest.
Offerte met sterk verhaal

Een ander veel voorkomende fout: een overflow aan informatie. We blijven maar schrijven over hoe geweldig ons aanbod is, in de hoop dat de klant ergens in die zinnen iets vindt wat triggert om voor ons te kiezen. Maar het punt is: geen klant gaat zich door die woordenbrij heen worstelen. Dr. Tom Sant deed een onderzoek naar welk voorstel door ontvangers gelezen werd. Er was een voorstel van 25 pagina’s, van 50 pagina’s en van 100 pagina’s. Welk voorstel denk je dat iedereen als eerste pakte? Juist, het eerste.

De les die je hieruit kunt leren: schrijf compact en overtuigend. Laat zien dat je de wensen van de klant kent, die kunt oplossen met een goed resultaat en toon dat aan met concrete bewijzen. Die dikke pakken tekst van je concurrenten laat de klant dan liggen, want jij hebt laten zien dat je de klant begrijpt en zonder omhaal goed van dienst kunt zijn.

Je woorden doen er dus toe in jouw voorstel. Het aantal woorden en het type woorden. Eerder stelden we al vast dat lezers houden van kort, helder en duidelijk. Er zijn vier tekststijlen die we vaak gebruiken, maar die compleet ingaan tegen wat klanten willen lezen.

Containerbegrippen

Het eerste is het gebruik van containerbegrippen. Woorden die te pas en te onpas gebruikt worden, maar feitelijk nietszeggend zijn. Het voert te ver om te zeggen dat je ze nooit moet gebruiken. Want soms is het nodig om ergens kleur aan te geven. Maar doe het spaarzaam, want voor je het weet ben je holle zinnen aan het verkopen. En als je containerwoorden gebruikt, verduidelijk dan in ieder geval wat je er mee bedoelt. Als je stelt dat je betrouwbaar bent, zegt dat niets. Niemand zal in het voorstel melden dat hij onbetrouwbaar is. Dus op voorhand is dat geen onderscheidende kwaliteit. Leg uit waaruit blijkt dat je betrouwbaar bent: heb je een garantie of een kwaliteitsproces? Containerwoorden zijn bijvoorbeeld:

Formele taal

Het tweede is het al eerdergenoemde formele taalgebruik. Een plechtige taalstijl gekenmerkt door lange, passieve zinnen met de werkwoorden hebben, zijn en worden in de hoofdrol. Door deze moeilijke taal denken we dat we gezien worden als geleerd. Je wilt dat de klant denkt dat je een expert bent. Helaas denkt de klant alleen maar: waar heeft-ie het over?

Vakjargon

Het derde is het toepassen van vakjargon. Vaktermen zijn niet uit den boze. Als je ze alleen maar vermijdt en uitleggerig wordt, behandel je de klant als een nitwit die niets weet. Maar een overdaad schaadt. Je slaat door in je eigen vakinhoudelijk enthousiasme met als nadeel dat niemand je meer kan volgen. En je raakt in ieder geval een deel van de beslissers bij de klant kwijt.

Bange taal

Dat is taal waarin woorden voorkomen als hopen, geloven, zouden, kunnen, misschien, mogelijk, waarschijnlijk.

We hopen u hiermee een passend voorstel te doen.

Hoezo hoop je dat? Je weet toch wel zeker dat je de klant je beste voorstel hebt gedaan. Hoop is uitgestelde teleurstelling. Van waar die twijfel? Niet voor niets heten dit twijfelwoorden. Hoe minder van dat soort woorden je gebruikt, hoe concreter en overtuigender je voorstel wordt. En denk dan niet te veel aan die ene uitzondering, die jouw bewering een keer ontkracht. De lezer begrijpt echt wel dat er uitzonderingen op de regel zijn.

Zorg dus voor een korte, duidelijke tekst. Compact maar compleet. Overtuigend en concreet. Het soort teksten dat jezelf ook het liefste leest.

Wil je een overzicht met nóg meer tips? Download dan onze gratis cheat sheet!

Vraag een demo aan

Wil jij ook ontdekken hoe onze proposal software jou kan helpen bij het behalen van meer sales succes? Vraag dan nu een demo aan en laat ons je overtuigen van de kracht van onze oplossing.